Speel online Bordspellen op jijbent.nl
 

Spelregels Rozenkoning:




Inleiding en doel van het spel

De spelers nemen de rol over van de Heren van Lancaster en York, die tussen 1455 en 1485 de bekende Rozenoorlog - beiden hadden immers een roos in hun wapenschild - uitvochten met als inzet de heerschappij in Engeland. Elke speler tracht de grootst mogelijke gebieden onder zijn gezag te brengen. De speler die, op het einde, de grootste aan elkaar verbonden gebieden met zijn rozen gemarkeerd heeft, wint het spel.

Spelmateriaal en spelvoorbereiding

Er wordt gespeeld met:
  • 52 Machtstenen, op de ene zijde bedrukt met een witte roos op de andere zijde met een rode roos.
  • 24 Machtkaarten, voor elk van de 8 richtingen heeft men een kaart met de waarde I , II en III.
  • 8 Heldenkaarten, 4 met een witte roos en 4 met een rode roos in het wapenschild.
  • 1 Kroon
    De Machtkaarten worden grondig geschud en elke speler krijgt er vijf random toebedeeld (je eigen kaarten zie je onder het bord en die van je tegenstander boven het bord). De rest wordt als een verdekte stapel rechtsboven het speelbord gelegd. Beide spelers krijgen ook nog vier heldenkaarten in de kleur van hun roos. Deze kaarten worden links naast de machtkaarten gelegd. De kroon wordt op het middelste vakje van het speelbord gelegd. De speler met de rode roos begint. Daarna zijn de spelers afwisselend aan de beurt. Hieronder zie je de startopstelling.


    Het spelverloop

    Wie aan de beurt is moet 1 van de volgende 3 acties ondernemen.
    1. Machtkaart uitspelen.
    2. Machtkaart pakken.
    3. Heldenkaart samen met een machtkaart uitspelen.

    Het is verplicht om 1 van de 3 bovenstaande acties uit te voeren. Kan een speler geen van bovenstaande acties ondernemen, dan wordt zijn/haar beurt overgeslagen. De tegenstander is dan net zolang aan beurt tot de eerste speler weer kan spelen.

    1. Machtkaart spelen

    De speler speelt 1 van zijn machtkaarten door de kroon in de op de kaart aangegeven richting en afstand te verplaatsen of door op de machtkaart te klikken. Het glanzend zwaard geeft 1 van de 8 richtingen aan waarnaar men schuift. In de kroon van de machtkaart staan de Romeinse cijfers, I ,II en III, die aangeven hoever de kroon kan worden verplaatst. Voor het verplaatsen van de kroon gelden volgende regels:
  • De zet moet volledig uitgevoerd worden. De speler mag niet minder velden verplaatsen dan wat er op de kaart staat aangegeven.
  • Het doelveld moet onbezet zijn. Er mag daar geen machtsteen liggen (om het even van welke speler).
  • Men mag geen kaart uitspelen die de kroon van het bord doet verdwijnen.

    De plek waar de kroon komt wordt eerst gemarkeerd met de eigen machtsteen van de betreffende speler en vervolgens wordt daar de kroon op geplaatst.

    2. Machtkaart pakken

    In plaats van een machtkaart te spelen mag ook een machtkaart van de verdekte stapel gepakt worden. Deze mogelijkheid heeft men, zolang men nog geen vijf kaarten in zijn bezit heeft. Heeft men reeds 5 kaarten in bezit dan kan men deze actie niet meer kiezen. De nieuwe kaart wordt open bij de eigen kaarten gelegd. Wanneer de stapel uitgeput is, worden de reeds gespeelde kaarten weer geschud en als nieuwe stapel klaar gelegd.

    3. Heldenkaart met machtkaart uitspelen

    Elke speler heeft vier heldenkaarten, die hij tijdens het spel mag inzetten. Heeft men alle 4 de heldenkaarten ingezet, dan kan men niet meer kiezen voor deze actie. Een heldenkaart mag alleen in combinatie met een machtkaart worden gespeeld. Door deze kaarten in te zetten, kan je de machtsteen van een tegenstander, die zich op het speelbord bevindt, omkeren naar jouw kleur. Deze kaarten zijn zeer belangrijk in het spel en moeten weloverwogen ingezet worden. Je speelt een heldenkaart (met een machtkaart) door de kroon te verplaatsen naar een plek waar een machtsteen van de tegenstander zich bevindt volgens de afstand en richting van de gespeelde machtkaart.

    Einde van het spel

    Het spel kan op twee manieren eindigen:
  • Of beide spelers kunnen geen actie meer ondernemen omdat beiden reeds over 5 kaarten beschikken en ze geen van hun 5 kaarten kunnen uitspelen
  • Of een speler zet de laatste machtsteen op het spelbord. Je ziet rechts onder het bord hoeveel machtstenen er op het bord liggen. Het spel eindigt als er 52 stenen op het bord liggen. In beide gevallen eindigt het spel onmiddellijk en de speler met de hoogste score wint (zie hieronder voor de telling).

    Telling

    De score van beide spelers wordt bepaald aan de hand van het gebied dat de spelers bezetten. Gebieden zijn 1 of meerdere velden die minstens met 1 zijde (horizontaal of verticaal) aan elkaar grenzen. Diagonaal aan elkaar liggende vakjes zijn niet met elkaar verbonden. Het aantal velden dat samen een gebied vormt, wordt dan met zichzelf vermenigvuldigd en dat vormt de score van dat gebied. De punten van de afzonderlijke gebieden worden dan bijelkaar opgeteld. Diegene die het beste eindresultaat heeft, mag zich winnaar noemen. Bij gelijke score wint de speler met het grootste aaneengesloten gebied. Is dit ook gelijk dan wint die speler die de meeste rozen op het speelbord heeft staan. Zie hieronder voor een voorbeeld telling voor de rode speler.